Staatsblad 264 (2021): Wet van 26 mei 2021 tot herindeling van de gemeenten Beemster en Purmerend
Het gemeentebestuur van Beemster heeft op 9-1-2018 besloten te willen samengaan met de buurgemeente Purmerend, nadat al vier jaar lang een ambtelijke fusie suksesvol is gebleken. De financiële situatie van Beemster is zodanig gezond dat de gemeente Purmerend hier geen belemmering in ziet. Het college van B&W van Purmerend heeft het samenvoegingsvoorstel aangeboden aan de gemeenteraad. Op 23-5-2018 zal de commissie Algemene Zaken van de gemeente Purmerend het samenvoegingsvoorstel bespreken; een week eerder zijn bewoners welkom op een informatieavond.
Op 4-9-2018 zijn beide colleges van B&W een fusieakkoord overeengekomen. Op 27-9-2018 nam de raad van Purmerend een besluit over fusie; de raad van Beemster deed dit al op 9-1-2018. Een herindelingsadvies is opgemaakt en dat werd op 27-2-2020 door beide gemeenteraden vastgesteld. Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland hebben daarna een concept-zienswijze opgesteld waarin GS zijn vertrouwen uitspreekt in de nieuwe gemeente Purmerend. Die concept-zienswijze inclusief het positieve advies is toegezonden naar de Statencommissie Economie, Financiën en Bestuur, die er op 15-6-2020 over vergadert. De definitieve zienswijze en dito herindelingsadvies is op 30-6-2020 door Gedeputeerde Staten vastgesteld en vervolgens toegezonden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het ziet er naar uit dat de samenvoeging op 1-1-2022 een feit zal zijn. De ministerraad heeft op 18-9-2020 op voorstel van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingestemd met een herindelingsvoorstel voor samenvoeging van Beemster en Purmerend. Dit betreft een zogenaamde lichte samenvoeging, waarbij de gemeente Beemster op 1-1-2022 zal worden opgeheven en het grondgebied worden toegevoegd aan dat van Purmerend.
Op 4-11-2020 heeft de minister een positief advies van de Raad van State over de herindeling over deze twee gemeenten uitgebracht en het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer gestuurd, waar de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken betrokkenen en belangstellenden tot 9-12-2020 de tijd heeft gegeven commentaar op het wetsvoorstel in te dienen. Die commissie kan dan beoordelen of er voldoende aanleiding is om een openbare hoorzitting te houden. Dit wetsvoorstel is op 14-1-2021 (daags voor de val van de regering Rutte-III) aangemeld voor plenaire behandeling. De Tweede Kamer heeft op 11-2-2021 (op de laatste dag voor het verkiezingsreces) in een plenair debat (dus niet in commissie van Binnenlandse Zaken) over dit wetsvoorstel vergaderd en gestemd. Het wetsvoorstel is aangenomen en wordt later dit jaar door de Eerste Kamer behandeld; op 6-4-2021 heeft de Eerste Kamercommissie hierover vergaderd en op 13-4-2021 een voorlopig verslag uitgebracht en wacht nu op de Memorie van Antwoord. Op 18-5-2021 vergaderde de Commissie Binnenlandse Zaken van de Eerste Kamer hierover; zie de agenda van die commissievergadering. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 25 mei 2021 als hamerstuk afgedaan. SP en PVV, PvdD is daarbij aantekening verleend.